'Mijn gezin is mijn rijkdom'
Risma (42) moet – samen met haar man en twee dochters – rondkomen van 25 euro per week. Hoe is het om in armoede te leven en elke week naar de voedselbank te gaan?
‘Mijn man zegt altijd: “Mijn gezin is mijn rijkdom.” Zo ervaar ik dat ook. De warmte en het contact vinden we belangrijk als gezin. Daarom eten we altijd samen aan tafel en nooit op de bank. We vinden het belangrijk om regelmatig tijd met elkaar door te brengen.
We hebben geen betaalde baan – we zijn beiden afgekeurd – maar we doen wel veel vrijwilligerswerk. Via de woningbouw zijn we buurtcoach, we houden de buurt in de gaten op zwerfafval, overlast, enzovoort. Ook zijn we vrijwilliger bij onze kerk, Hoop voor Noord, daar hebben wij onze bediening. Ik ben floormanager in de kerk, dat betekent dat ik ervoor zorg dat iedereen die een taak heeft in de dienst, er op tijd is en dat de dienst goed verloopt. Verder kook ik veel voor de kerk.’
Opgelicht
‘Vanaf 2010 zijn we in de schulden terechtgekomen. In dat jaar werd ik plotseling ziek en kon ik mijn arm niet meer goed gebruiken. Daardoor lukte het me niet meer om onze administratie te doen. Het voorgangersechtpaar van onze toenmalige gemeente bood aan de administratie voor ons te doen. Dus in vertrouwen hebben we onze hele administratie uit handen gegeven. Vervolgens hebben zij een persoonsgebonden budget (pgb) aangevraagd, om dat vervolgens zelf op te strijken, zo bleek jaren later. Wij hadden totaal geen argwaan, het echtpaar hielp zelfs mee in onze huishouding. Toen mijn moeder in 2015 een keer bij ons logeerde, hoorde ze dat de vrouw van het voorgangersechtpaar nogal bazig aan mijn dochter vroeg haar te helpen bij het schoonmaken van de wc. Toen de vrouw weg was, zei m’n moeder: “Wat gebeurt hier allemaal? Waar zijn jullie mee bezig?” Vanaf dat moment zijn we goed gaan opletten.
Intussen belde de contactpersoon van de pgb datzelfde jaar met de vraag waarom ik alle afspraken met hen tot nu toe had afgezegd. Ik zei dat ik nooit een uitnodiging had ontvangen. Toen is men bij ons thuis geweest. Ze vroeg: “Weet je wie ik ben?” Maar ik had werkelijk geen idee. Ze vertelde dat ze van het zorgkantoor was en dat op onze naam pgb was aangevraagd. Ze vroeg of ik wist hoeveel geld ik kreeg, waarop ik antwoordde dat ik nooit wat had ontvangen. Ik zei dat het voorgangersechtpaar van onze kerk onze administratie en ons geld beheerde. Ze adviseerde ons direct naar de politie te gaan om aangifte te doen. Dat hebben we gedaan, maar het probleem is dat wij zelf getekend hebben voor het feit dat zij de administratie van ons overnamen. Er zijn heel veel broeders en zusters die slachtoffer zijn geworden van dit voorgangersechtpaar. Hun kerk bestaat ondertussen niet meer. Later bleek dat het echtpaar ons als terminaal had aangemeld waardoor ze een grote vergoeding konden opstrijken: 15.000 euro per jaar in totaal. Toen we hen daarop aanspraken, deden ze of er niets aan de hand was. Mijn man en ik hebben nu samen een totale schuld van 65.000 euro. Op een gegeven moment kreeg ik een incassobrief van de instantie die het pgb uitkeert: binnen enkele dagen moest ik tienduizend euro betalen. En als ik niet zou betalen, zou ik naar de rechtbank moeten. Dus nu moet ik vanaf dat moment betalen aan het incassobureau. Maar onze vaste lasten zijn hoger dan onze inkomsten. Dus daarom hebben we op dit moment met z’n vieren maar 25 euro per week te besteden. Om die reden gaan we sinds kort ook naar de voedselbank. En als de kinderen iets nodig hebben, dan moet dat wachten.’
Advocaat
‘We vinden onze financiële situatie moeilijk, maar we redden ons wel, hoewel onze kinderen er best moeite mee hebben. Ze stelden ons regelmatig vragen waarom we zo weinig te besteden hadden en bepaalde dingen niet konden kopen. Toen hebben mijn man en ik hier met onze dochters over gesproken en ze verteld wat ons was overkomen. Nu zegt onze oudste dochter (12): “Mama, ik wil advocaat worden, om voor mensen zoals jullie op te komen. Mensen die onrecht is aangedaan.”
Omdat we zo weinig te besteden hebben, kunnen we onze meiden ook geen zakgeld geven. Soms vragen ze waarom. Dan zeg ik: “Je weet dat mama het niet breed heeft; daarom kunnen we ons geen vast bedrag per week voor zakgeld permitteren. Als je ergens naartoe moet, geef ik je ter plekke geld als dat nodig is.” Verder spaar ik veel kleingeld op. En gelukkig krijg ik heel veel kleren van vrienden van mijn kinderen. Toch blijf het soms moeilijk: onze oudste is twaalf en begrijpt de dingen nu beter, ook hoe onze situatie is en wat we niet kunnen. Dat is soms pijnlijk. Ik voel me soms schuldig dat we onze kinderen niet kunnen geven wat ze nodig hebben.’
Voedselbank
‘Mijn man gaat elke woensdag naar de voedselbank, onze jongste dochter Eva gaat dan altijd mee. Wat ze daar halen? Ja, van alles. Groente en brood vooral, maar soms ook rijst, pasta of koeken. Eva krijgt altijd wat lekkers daar. Voor haar is het echt een uitje: samen met papa naar de voedselbank. Elke woensdag staan ze geduldig in de rij. Ondanks dat we elke week naar de voedselbank gaan, moeten we nog steeds elk dubbeltje omdraaien. Wat ik zou doen als iemand mij geld geeft om samen wat leuks van te doen? Ik denk dat we de kinderen mee uit eten zouden nemen naar een plek waar zij graag heen zouden willen gaan. Dat zal dan wel de McDonald’s worden. Nu kan dat niet en is het altijd puzzelen; de kinderen kunnen een chilichicken of een los broodje hamburger bestellen, die zijn 1 euro. Een heel menu kan niet, want dan is m’n weekgeld op. We kunnen nooit eten met alles erop en eraan. En dat zou ik eigenlijk weleens willen: dat je niet steeds nee hoeft te verkopen aan je dochters. Ook als we op vakantie willen, dan moet ik op de sites van vakantieveilingen kijken wat ik kan doen, zodat de kinderen er toch uit kunnen.’
Geloofstwijfel
‘Toch ben ik uiteindelijk dankbaar. Er is veel gebeurd, maar we hebben elkaar tenminste nog als gezin. We redden het wel. Misschien zijn er wel mensen die het nog moeilijker hebben dan wij. En m’n deur staat altijd open. We hebben het niet breed, maar voor andere mensen heb ik altijd eten als ze het nodig hebben. Als iemand binnenkomt en ik eten heb, dan mogen hij of zij mee-eten, altijd. Soms denken mensen dat dat al helemaal niet te betalen is. Maar, weet je, dan improviseer ik wel wat.’
Ze is even stil om tranen uit haar ogen te vegen. Dan zegt ze: ‘De Here laat jou nooit in de steek. Dat weet ik. Ik heb altijd eten in huis. Ik heb altijd rijst, dat kan ik opbakken met peper en zout, dan heb je toch een maaltijd. Als ik eten van de voedselbank heb gekregen dat ik niet nodig heb, dan geef ik het aan andere mensen die het nodig hebben. Meestal maak ik groente, we eten veel rijst en een keer per week vlees. Omdat we minder vlees eten, vragen de kinderen er ook niet om. Ze zijn allang blij dat ik iedere dag eten op tafel kan zetten. Elke dag kijk ik wat ik nog in huis heb als ik ga koken en dan improviseer ik. En als ik naar de winkel ga, neem ik daar drie kwartier de tijd voor, want ik moet altijd alle prijzen vergelijken om het goedkoopste mee naar huis te nemen. Alle goedkope spullen liggen op de onderste schappen, weet ik ondertussen. Altijd. Vervolgens kijk ik wat er in de aanbieding is. Dat scheelt behoorlijk.’
Veel geld, toch klagen
‘Er zijn veel mensen die genoeg geld hebben, maar niet goed kunnen delen. Dat maakt me weleens verdrietig. Niet jaloers, maar verdrietig. Het valt me op dat mensen die weinig hebben, juist meer delen met anderen. Mensen die veel hebben, zijn vaak ontevreden omdat ze naar hun idee niet genoeg hebben. Dan denk ik: waarom? Als ik mijn kinderen af en toe wat geld toestop om wat leuks voor te kopen – maximaal 1 of 2 euro – zeg ik altijd: bewaar een deel van dat geld als offergave voor de Here en doe het in de collecte van de kerk, want Hij zorgt ervoor dat we eten hebben. En dat we met elkaar zijn. Elke morgen zitten we met z’n vieren aan tafel en dan danken we en bidden we. We dragen de dag op aan de Heer: hier zijn we, gebruik ons vandaag waar U wilt. We zijn allang blij dat we ’s morgens onze ogen opendoen en dat we er nog zijn. We leven per dag.’
Het verhaal heeft veel losgemaakt
Het verhaal in de Oogst van Risma heeft veel losgemaakt bij veel mensen. Het is hartverwarmend om te zien hoe graag mensen willen helpen! Een aantal donateurs heeft een persoonlijke gift gegeven voor dit gezin. Ook is er een rechter die dit gezin gratis wil helpen om met rechtsbijstand en er wordt veel gebeden voor dit gezin. Hartelijk dank!
Luister naar de podcast
In de podcast ‘Voedselbank’ kun je luisteren naar het verhaal van Eva (9). In deze documentaire vertelt ze hoe het voor haar is om in een minimagezin op te groeien. Ze legt uit hoe de voedselbank werkt en wat ze leert ze op Het Fort. Ook haar vader, moeder en oudere zus komen aan het woord. Klik hier om naar de podcast te luisteren.
Het Fort
Eva (9), de jongste dochter van Risma, gaat elke week naar Het Fort, een project van THDV in Amsterdam-Noord. Het Fort is er speciaal voor kinderen zoals Eva: kinderen uit gezinnen die het financieel niet breed hebben. Daarom zijn er geen kosten verbonden aan deelname aan Het Fort. Het Fort is financieel afhankelijk van donaties en fondsen. Help jij ons mee om de kinderen van Het Fort te helpen? Word dan nu donateur! Klik hier om naar het donatieformulier te gaan Alvast hartelijk bedankt!
Tekst: Ronald Koops
Beeld: Elisabeth Stam